Naar een Ontwikkelingsmodel voor de 21e Eeuw

Statements

Naar een Ontwikkelingsmodel voor de 21e Eeuw

Commentaar op de ontwerpverklaring en het ontwerp-actieprogramma voor sociale ontwikkeling een verklaring van Bahá'í International Community

New York—22 August 1994

De Wereldtop voor sociale ontwikkeling getuigt van het falen van ons huidige ontwikkelingsmodel om te voorzien in de veiligheid en het welzijn van de volkeren en naties van zowel het Noorden als het Zuiden. De kern van dit failliete model ligt in een intens materialistische kijk op het doel en de fundamentele aard van mens en maatschappij.

Het voorzien in materiële behoeften; het verschaffen van onderwijs aan iedereen; het instellen van democratische structuren en wetgevingen op elk niveau van onze wereldgemeenschap om economische en sociale rechtvaardigheid te bevorderen - dit zijn allemaal essentiële elementen voor een universeel ontwikkelingsmodel voor de 21e eeuw, maar het is niet voldoende.

Totdat zowel de materiële als de geestelijke noden en aspiraties van de mensen erkend zullen worden, zullen de inspanningen voor ontwikkeling grotendeels blijven falen. Geluk, veiligheid en welzijn voor de mens, sociale verbondenheid en economische rechtvaardigheid, zijn niet slechts de bijprodukten van materieel succes. Integendeel, zij komen voort uit een complex en dynamisch samenspel tussen de bevrediging van de materiële en sociale behoeften die de mens heeft en zijn geestelijke vervulling.

Door materiële vooruitgang te koppelen aan geestelijke aspiraties, door een beroep te doen op die universele waarden waardoor mensen in staat gesteld worden om boven hun beperkte eigenbelang uit te stijgen, kunnen op de hele wereld de mensen in staat gesteld worden om hoogstaande idealen en principes om te zetten in constructieve, duurzame acties voor hun eigen welzijn en voor de verbetering van hun gemeenschappen.

Een ontwikkelingsmodel dat wereldwijde welvaart tracht te bevorderen moet daarom rekening houden met zowel de geestelijke als de materiële aard van de mens en de maatschappij, en moet tegelijkertijd ingaan op de toenemende onderlinge afhankelijkheid van de volkeren en naties. De Bahá'í geschriften kondigen de opkomst van een nieuw ontwikkelingsmodel aan, naarmate de gebieden van de wereld "zich verenigen om elkaar het ontbrekende te verschaffen". "Deze verbintenis zal", is ons verzekerd, "een ware beschaving brengen, waarin het geestelijke tot uitdrukking komt en uitgevoerd wordt in het materiële."

Bahá'í International Community is van mening dat de Verklaring en het Actieprogramma een belangrijke bijdrage kunnen zijn aan ware sociale ontwikkeling voor de 21e eeuw indien zij zowel de materiële als de geestelijke behoeften en verlangens van de mensen op aarde aanspreken.